maandag 14 april 2014

Google is geweldig... maar kan niet alles vinden

Jan de Waal
13-12-2012
Google is geweldig... maar kan niet alles vinden Eenvoudig internetgebruik is grotendeels door Google bepaald, maar de laatste jaren is het internet aan het veranderen en verliest Google langzaam de greep op het totale internet. Is dit het einde van Googles wereld? Voorlopig niet, maar naast die van Google ontstaan andere werelden die ook van belang zijn om te doorzoeken. Andere zoektools, zoals Topsy, of de nog niet bestaande Facebook search, zijn nodig om een compleet beeld te krijgen. Bibliothecarissen die alleen maar Google gebruiken, leveren aan hun klanten maar een deel van de beschikbare informatie. Daarom is het van belang om het spel der machten te doorzien en meerdere zoektools te gebruiken. 
Wereld van sites wordt wereld van personen
Google is kampioen in het doorzoeken van websites. Iedere website werd wel ‘gecrawled’ (doorzocht) door Google en de inhoud geschikt gemaakt om snel te raadplegen. De unieke presentatie van Google zorgde ervoor dat we het idee hadden dat de beste resultaten of meest aanvaardbare resultaten bovenaan kwamen te staan. 
Natuurlijk wisten wij dat gesloten databanken voor Google ontoegankelijk zijn. Met deze ‘gesloten informatie’ probeerden we als bibliotheken met de LiteRom-achtige producten klanten naar de bibliotheek te trekken. Totaal vergeefs: want wat niet in Google getoond wordt, bestaat niet. Hoe mooi onze gesloten informatie ook was, het merendeel van onze klanten wist niet dat deze informatie aanwezig was, omdat het niet in Google te vinden was. Daarnaast wilden onze klanten informatie direct hebben: 7 x 24 uur en niet naar een bieb fietsen om daar informatie alleen te kunnen printen. Totaal achterhaalde concepten. Ik heb jaren geleden al tegen de inkoopcommissie gezegd: ‘Koop alleen databanken in die ook thuis gebruikt kunnen worden’. Hiernaast is er nog de visie op ‘open en gezamenlijk opbouwen’ van informatie. In 2010 twitterde ik hierover: ‘Het succes van scholieren.com is toch een gemiste kans van de bibliotheken. Gesloten systemen zoals LiteRom vs open en samen’. Via een duur licentiesysteem kunnen bibliotheken nu wel de LiteRom thuis aanbieden, maar het geheel is nog steeds voor Google gesloten, dus niet vindbaar in de Google ranking.
Echter, internet is momenteel meer een internet van realtime meningen dan van sites. Deze realtime meningen kunnen belangrijke gebeurtenissen zijn of persoonlijke meningen. Maar zelfs deze ‘triviale’ meningen kunnen als massa van belang zijn. Wie twittert dat hij met griep in bed ligt, kan bijdragen aan het inzicht in een griepepidemie. Wie twittert over een goed boek is voor ons vak van belang. Ook Facebook en Linkedin bevatten belangrijke discussies, die vaak niet in Google zijn terug te vinden.

Google en persoonlijke informatie
Google probeert al jaren greep te krijgen op de persoonlijke informatie. Men probeert dit door eigen sociale netwerken op te zetten, zoals Blogger, Orkut of Google+, of door samenwerking aan te gaan (= diensten inkopen) met Twitter. Vanaf 2009 tot juli 2011 heeft Google samen met Twitter een succesvolle realtime search-dienst gehad. Helaas is deze samenwerking door onenigheid over de vergoeding gestopt.
Ook met Facebook wilde Google samenwerken, maar Facebook had geen interesse. Facebook wil zijn eigen zoekmachine ontwerpen en deelt op dit moment Facebookinformatie met Bing, de zoekmachine van Microsoft, de niet zo succesvolle tegenhanger van Google.
Google besefte ook dat het doorzoeken van websites zoiets is als het indexeren van oude kranten en dat het zoekgedrag aan het veranderen is. Gebruikers willen realtime informatie en liefst direct interactie. Als er problemen bij de NS zijn, wil de reiziger dat direct weten en dan ook het liefst meteen een lift regelen. Met Twitter is dit te regelen, maar Google voorziet hierin niet. Het samen beleven van gebeurtenissen, zoals bij concerten maar ook bij rampen, kan met Twitter door contact te zoeken met andere twitteraars. In Google kan men pas achteraf erover lezen. 
Ondanks dat Google geen sociale media, zoals Twitter of Facebook, kan leveren, is Google wel bezig (en ook Apple) met het ontwikkelen van (vragen)diensten. Een natuurlijk interactief systeem waar men iets vraagt aan Google en direct een antwoord of een dienst krijgt. Over deze verandering van zoeken naar leveren van diensten is te lezen in het artikel ’Nieuwe digitale vragendienst is mobiel en direct’ op Bibliotheekblad.nl.

Internet verandert
Het gebruik van internet is de laatste jaren door Twitter, Facebook en Whatsapp aan het veranderen. Ook de iPad zorgt ervoor dat veel zaken niet meer door Google gezien worden. De iPad draait op het Apple besturingssysteem IOS en veel apps communiceren rechtstreeks met eigen servers, wel met behulp van het internet, maar zonder de informatie daar te plaatsen.
Vooral Facebook met 1 miljard gebruikers en ook Twitter met zo’n 500 miljoen gebruikers zijn aparte werelden aan het worden op het internet. Iedere wereld is weer een grootmacht en probeert de informatie die daar rond gaat voor zichzelf te houden. Google of andere zoekmachines worden buiten de deur gehouden.

Grootmachten
Het internet gaat steeds meer bestaan uit ‘grootmachten’ die informatiepacts sluiten en andere grootmachtpartijen uitsluiten. Bekende voorbeelden zijn het verwijderen van YouTube en Google maps van de iPad en het niet meer toestaan van Instagram-foto’s (onlangs door Facebook overgenomen) op Twitter. Steeds meer internetdiensten zijn alleen beschikbaar via een inlog van Facebook of met een Google-account. Google is een grootmacht, die samen met YouTube, Gmail, Chrome en Android een sterk team vormt. Daarnaast is er Microsoft met Bing en, onlangs overgenomen, Skype en Yammer. Facebook heeft Instagram en Twitter heeft Tweetdeck ingelijfd. Yahoo heeft fotosite Flickr in zijn bezit. Hiernaast is er de strijd tussen Apple en Samsung over hardware en die tussen Apple en Android (van Google) over het besturingssysteem. De nieuwe oorlogen worden niet meer op het land uitgevoerd maar digitaal. Op www.crunchbase.com is te zien wie door wie is overgenomen.
Iedere grootmacht is weer een eigen digitale wereld, die vaak is afgesloten voor de andere grootmacht en apart doorzocht moet worden. Met deze wetenschap moeten bibliothecarissen omgaan.
Door deze grootmachtenpolitiek is steeds meer informatie niet in Google te vinden en moeten we als bibliothecarissen steeds meer bronnen gaan raadplegen om ‘gewogen’ informatie te leveren. Hiervoor zijn speciale zoektools te gebruiken, zie mijn presentatie en lezing over content curation of mijn artikel 'Bibliothecaris als content curator' op Bibliotheekblad.nl. Daarin staan diverse mogelijkheden opgesomd om niet meer zelf te zoeken maar om programma’s te laten zoeken.

Screenshot Topsy
Topsy de nieuwe Google?
Hiernaast is het voor iedere bibliothecaris van belang om zich het zoeken in Topsy.com eigen te maken. Met Topsy is het mogelijk om het realtime web te doorzoeken. Topsy is een van de tien bedrijven die toegang hebben tot de 250 miljoen tweets per dag. Topsy is tevens een van de weinige bedrijven die deze twitterkennis openbaar laat gebruiken. Wie betaalt, kan meer uit Topsy halen, dat is hun verdienmodel, maar voor een gewone bibliothecaris zijn er voldoende mogelijkheden in de gratis versie.
Natuurlijk zou het handig zijn als landelijk overeenkomsten met Google, Topsy en andere internationale informatiebronnen zouden worden gesloten. Twitter search laat tweets maar een aantal dagen zien, maar in Topsy worden tweets sinds 2010 bewaard en actuele tweets zijn direct te raadplegen. Lees meer over Topsy op deze pagina.
Het grote verschil tussen Topsy en Google is dat Topsy meningen van personen indexeert en dat Google vooral sites indexeert. Opmerkelijk is dat Topsy ook van Google toestemming heeft om Google+ in kaart te brengen. 
Facebook doorzoeken is een probleem, er is een aantal zoektools, maar die geven geen totaalbeeld van wat er in deze wereld allemaal omgaat. Nu steeds meer bedrijven een Facebook-account openen en daar totaal andere informatie neerzetten dan op hun website, is Facebook wel een bron die geraadpleegd moet worden. In deze presentatie geef ik een aantal mogelijkheden om Facebook te doorzoeken. 

Duidelijk is dat een bibliothecaris die alleen zoekt in Google niet alle informatie meer beschikbaar heeft. 

Tekst: Jan de Waal @digibieb

Jan de Waal verzorgt ook lezingen in uw bibliotheek over deze en andere digitale ontwikkelingen

Zoeken in Twitter:
Maximaal 4-7 dagen oude berichten: https://twitter.com/search
Alle tweets vanaf 2010: http://topsy.com
http://www.kurrently.com

Zoeken in Facebook
http://www.foupas.com (via Google script)
http://www.kurrently.com
http://facebook.eccar.org
http://www.booshaka.com (eist veel rechten op)
Wachten is op een goede Facebook-zoekmachine

Topsy tools
http://topsy.com
http://analytics.topsy.com
http://plus.topsy.com (Google+ doorzoeken)


Meer informatie in de volgende artikelen:
- 'Without Realtime Search, Google Risks Pushing News Seekers Away To Twitter'
- 'Topsy Offers a Real-time Social Search Experience'


11

Reacties op dit artikel (2)

Jan de Waal
17-12-2012 11:43
Bijvoorbeeld alle links over de bibliotheek2daagse #b2d2012 vind je met topsy: http://topsy.com/s?q=%23b2d2012 en dan kan je nog zoeken op foto's of filmpjes enz..
Jan de waal
9-4-2013 10:22
 De rol van topsy met historisch zoeken in tweets is minder geworden. Sinds kort (voorjaar 2013) laat twitter zelf in de zoekresultaten "oude" tweets zien.Voorheen 5 tot 7 dagen, nu alle tweets Zo kan ik mijn eerste tweet uit 2007 weer vinden: zoek op digibieb en jeugdbieb.nl 
Extra diensten en opties (zoeken op foto's) van Topsy blijven handig voor specitief zoeken)

Geen opmerkingen: